Re: Gehoorstoornis door kattenverjager van 140dB?
21VZO, misschien handig om alle berichten hierover in één forum te verzamelen?
Beide apparaten leveren geluidstonen die qua frequentie hoger zijn dan wat wij als mens gebruiken voor de dagelijkse spraakverstaanbaarheid (tot ca 8 kHz). Dat suggereert een zekere veiligheid. Waarschijnlijk zijn dit soort apparaten wel gekeurd en goed bevonden door diverse instanties (is bijv de toonhoogte wel datgene dat de leverancier zegt). Echter het wil niet zeggen dat wij geen hogere tonen kunnen waarnemen. Geluidsintensiteiten van 140 dB zijn inderdaad zeer fors en beschadigend. De geluidsintensiteit verminderd exponentieel met de afstaand. Zeer oplettend van deze meneer/mevrouw. Inderdaad zeer verstandig om afstand te houden van deze apparaten om geluidschade te voorkomen voor de hoogste tonen.
Groenlinks wil verbod op kattenverjager:Antwoord FOD volksgezondheid:
Ultrasone toestellen voor dierenverdrijving produceren geluid van hoge frequenties (8-20kHz) en ultrageluid (>20 kHz).
De geluidsemissies van dergelijke apparaten zouden voor sommige dieren (ratten, muizen,...) een afschrikkend effect hebben. De producenten mogen zulke apparaten op de markt brengen als ze veilig zijn en geen gevaar opleveren voor de gezondheid van de gebruiker en andere personen. Het CE-teken is het bewijs dat de producent verklaart aan de Europese normen te voldoen. Dit soort toestellen moet voldoen aan de Europese normen voor elektromagnetische straling, elektrische veiligheid en het gebruik van gevaarlijke stoffen (RoHS).
Helaas is er voor ultrasonische emissie geen (product)norm, noch op Europees, noch op nationaal vlak. Enkele wetenschappelijke organen hebben wel aanbevelingen geformuleerd.
Hoogfrequent geluid (16 - 20 kHz) veroorzaakt twee soorten biologische effecten: enerzijds objectieve specifieke effecten zoals gehoorverlies (bij langdurige blootstelling) en anderzijds aspecifieke klachten die al na enkele minuten kunnen optreden. Deze laatste omvat hoofdpijn, oorsuizen, vermoeidheid, duizeligheid en misselijkheid, die optreden na een blootstelling van enkele minuten. Afhankelijk van de geluidssamenstelling en persoonlijke gevoeligheid (ook leeftijdsgebonden) kunnen mensen deze specifieke hinder ervaren al vanaf 75 dB.
Voor deze frequentiegebieden geven twee internationale instanties, het International Non-Ionizing committee (INRC/IRPA, 1984) en Health Canada (1991), een grenswaarde voor het geluidsdrukniveau bij beroepsmatige blootstelling van 75 dB. Het IRNC/IRPA geeft bovendien ook een waarde voor blootstelling van de algemene bevolking, namelijk 70 dB bij 20 kHz. Het respecteren van deze grenswaarden zou bescherming bieden tegen de aspecifieke klachten en mogelijk gehoorverlies ten gevolge van langdurige blootstelling.
Er zijn in België geen normen voor bescherming van de algemene bevolking tegen hoogfrequent geluid en ultrageluid. De FOD volksgezondheid heeft voor 7 verschillende ultrasone dierenverdrijvers metingen laten uitvoeren. De limiet van 75 dB, aanbevolen door INRC/IRPA en Health Canada, wordt bij sommige apparaten overschreven op een afstand van minder dan 5 meter. Het is dus aanbevolen om bij het plaatsen van een ultrasone dierenverdrijver, enige afstand te bewaren ten opzichte van de plaatsen waar mensen zich kunnen bevinden. Het is ook goed om te weten dat er apparaten zijn die continu werken, maar er zijn ook apparaten die enkel een signaal uitzenden wanneer er beweging wordt gedetecteerd. Deze laatste zijn minder hinderlijk.